Logo

Veelgestelde vragen

Duurzame energie in Nederland

De belangrijkste energiebronnen in Nederland zijn nu nog fossiele brandstoffen zoals steenkolen, olie en aardgas. Deze brandstoffen hebben echter een belangrijk nadeel: de verbranding van deze brandstoffen is de belangrijkste oorzaak van het opwarmen van de aarde. Daarnaast raakt de voorraad van de fossiele brandstoffen op, waardoor we op den duur onze energie uit andere bronnen moeten halen.

Ook is Nederland door de import van gas, steenkool en olie afhankelijk van het buitenland. De huidige kosten van de energievoorziening voor industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving, en landbouw bedragen circa € 30 miljard euro per jaar. De schattingen zijn dat door de stijging van de fossiele brandstofprijzen de kosten gaan toenemen tot € 40 à 80 miljard per jaar.

Door duurzame energie zelf op te wekken kunnen we onze energiekosten (en rekening) verlagen en worden we onafhankelijk van buitenlandse energie.

Het aandeel hernieuwbare energie in het totale energieverbruik van 2022 was 14 procent. In Nederland wordt de meeste duurzame energie opgewekt door middel van biomassa (48 procent in 2022). Een voordeel van biomassa is dat bij bepaalde typen biomassa gebruik kan worden gemaakt van reeds bestaande installaties. Een nadeel van biomassa is dat biomassa niet CO2-neutraal is doordat groot deel van de houtpellets zijn gemaakt van hout uit bossen in bijvoorbeeld Noord-Amerika of de Baltische Staten. Het duurt jaren voordat de CO2 die vrijkomt bij de verbranding weer wordt opgenomen door aangroeiend bos. De Nederlandse overheid subsidieert deze vorm van energieopwekking dus niet.

Het is dus belangrijk dat er in Nederland (nog) meer duurzame energie opgewekt wordt door middel van zonne-energie, windenergie en lucht- en bodemwarmte om de afspraken uit het Klimaatakkoord te halen. Zonne-energie heeft nu nog een klein aandeel in de totale energievoorziening in Nederland; in 2021 leverde het slechts 2,1 procent van onze energievoorziening.

Het Klimaatakkoord is een onderdeel van het Nederlandse klimaatbeleid. Het is een overeenkomst tussen veel organisaties en bedrijven in Nederland om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Daarmee wordt de opwarming van de aarde beperkt. De Nederlandse overheid wil in 2030 49% minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990. In 2050 moet dat 95% minder zijn. Dit is nodig om de temperatuur op aarde niet verder te laten stijgen dan anderhalve graad. Bij deze temperatuurstijging lijken de gevolgen van klimaatverandering nog beheersbaar. Het Klimaatakkoord heeft als doel om in 2030 70% van alle elektriciteit en minimaal 27% van alle energie (elektriciteit, gas en warmte) duurzaam wordt opgewekt in Nederland.

De RES is een document waarin regio’s opgaven uitwerken voor duurzame elektriciteitsopwekking. Een regio geeft aan welke duurzame doelstellingen zij heeft en op welke wijze zij dit gaat realiseren. De plaatsing van windmolens, zonnepanelen en elektriciteitsinfrastructuur verandert het Nederlandse landschap en vraagt om een goede samenwerking tussen gemeenten, waterschappen, provincie en stakeholders. In het Klimaatakkoord is Nederland onderverdeeld in 30 energieregio’s met ieder met een eigen energiestrategie. Zo draagt iedere regio bij aan de nationale doelstellingen.

Zeker, de daken moeten ook vol!

Nederland staat voor een grote opgave om de energievoorziening te verduurzamen. Het Klimaatakkoord heeft als doel om in 2030 70% van alle elektriciteit en minimaal 27% van alle energie (elektriciteit, gas en warmte) duurzaam wordt opgewekt in Nederland. Om deze doelstelling te behalen, zijn zonnepanelen op daken, op restgronden, maar ook zonnepanelen op land nodig.

In beleidskaders worden omschreven dat zon-op-dak voorkeur heeft, maar niet alle daken kunnen vol gelegd worden. Dat kan zijn omdat het dak niet geschikt is om het gewicht van de panelen te dragen of omdat gebouweigenaren hun dak niet ter beschikking stellen. Zelfs al zouden we alle geschikte daken vol leggen is het nog niet voldoende om in onze energievraag te voldoen. Op dit moment hebben we zowel zonne-energie op dak als zonne-energie op land nodig om onze duurzame doelstellingen te halen.

Algemene vragen zonneparken

Een zonnepark is een stuk grond met daarop zonnepanelen die energie opwekken. Deze zonnepanelen zijn vaak in lange rijen opgesteld. De zonnepanelen worden geplaatst op een ’tafel’ (stellage), waardoor ze ruim boven de grond staan. Dit is omwille van de hoogste opbrengst, het kunnen laten grazen van schapen en het natuurbehoud. Daarnaast kunnen ze in verschillende richtingen georiënteerd worden, bijvoorbeeld naar het zuiden, of in een oost-west-opstelling.

De zonnepanelen wekken duurzame stroom op uit het zonlicht. De opgewekte stroom gaat via een omvormer en transformator naar het elektriciteitsnet van de netbeheerder. Een groene energieleverancier levert vervolgens de groene stroom aan particulieren en bedrijven.

Investeren in duurzame energie is een flinke opgave. Niet alle systemen voor duurzame energie zijn al rendabel. Om de CO2 uitstoot te verminderen en de klimaatdoelen te halen, wil de overheid het gebruik van deze technieken stimuleren. Daarom vergoedt de overheid dat gedeelte van de techniek dat nog niet rendabel is over een langere periode. De SDE++ subsidie is bedoeld voor bedrijven en instellingen met een grootverbruikersaansluiting. De overheid stelt het budget voor SDE-subsidie vast. Elk jaar daalt de subsidie per opgewekte KWh. De SDE++ subsidie keert een bedrag per opgewekte KWh uit gedurende 15 jaar. De hoogte van de SDE++ bijdrage is daarmee ook afhankelijk van de ontwikkelingen van de energieprijs.

Op 13 november 2019 hebben negen partijen de Gedragscode Zon op Land getekend: Greenpeace, Milieudefensie, Natuur & Milieu, de Natuur en Milieufederaties, Natuurmonumenten, de Vogelbescherming, NLVOW, Energie Samen, en Holland Solar . Holland Solar is de brancheorganisatie voor zonne-energie waar TPSolar bij is aangesloten. Het is voor het eerst dat organisaties met uiteenlopende belangen samen tot een gedragscode over zon op land zijn gekomen. In deze code erkennen alle betrokken organisaties dat zon op land nodig is voor het behalen van de klimaatdoelstellingen. Ook wordt brede steun uitgesproken voor de ontwikkeling van zonne-energieprojecten mits deze initiatieven conform de gedragscode gerealiseerd worden. Zo bevat de code voorschriften die borgen dat omwonenden goed betrokken worden, dat zonneparken meerwaarde bieden voor de natuurwaarden en dat na verloop van tijd het oorspronkelijke grondgebruik terug kan komen. TPSolar heeft verschillende bijeenkomsten van de brancheorganisatie bijgewoond die bijdroegen aan het opstellen van deze gedragscode. De opgestelde basisprincipes zijn voor ons als bedrijf niet nieuw en staan reeds in lijn met wat wij al deden bij de ontwikkeling van onze initiatieven.

De beoogde locatie wordt door TPSolar met een locatieanalyse getoetst. Er wordt gekeken naar het huidige beleid van de gemeentes en provincies en naar de zogeheten zoekgebieden uit de Regionale Energie Strategie (RES). Daarnaast wordt er bij een locatieanalyse o.a. rekening gehouden met de afstand tot woningen, grondeigenschappen, formaat van het perceel, afstand tot de netaansluiting en het huidige gebruik van het perceel.

Nederland wil op een duurzame manier zelf haar energie opwekken. Voor de opwek van onze eigen duurzame energie is ruimte nodig. In een van de dichtstbevolkte landen ter wereld in deze ruimte schaars. Na zonnepanelen op daken kijken we in Nederland naar zonne-energie op braakliggende terreinen, vuilstorten en bermen langs infrastructuur. Deze voorkeursvolgorde van zonnepanelen op locaties in Nederland wordt ook wel de zonneladder genoemd.

Voorlopig zijn al deze ruimten niet voldoende om in onze energievraag te voorzien. Zon op landbouwgrond is noodzakelijk. Ook dienen we het gebruik van landbouwgrond in perspectief te plaatsen. 54% van alle grond in Nederland is momenteel in gebruik voor de landbouw. Nederland is na de VS de grootste landbouwexporteur ter wereld. Ongeveer driekwart van het vlees en zuivel wat we hier produceren exporteren wij naar het buitenland. Voor de energietransitie wordt tegenwoordig geschat dat maximaal 0,7 procent van het huidig landbouwareaal gebruikt zou moeten worden voor zonneparken.

De link naar deze schatting: https://hollandsolar.nl/nieuws/i821/blusbrief-naar-provincie-groningen-en-drenthe

Vaak volstaat het om een omgevingsvergunning met een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan aan te vragen.

Het betreft in alle gevallen het toevoegen van een dubbelbestemming. De oorspronkelijke enkelbestemming, bijvoorbeeld agrarisch, blijft daarmee behouden.

Je hebt een brief gekregen met een uitnodiging voor een informatiebijeenkomst, omdat TPSolar voornemens is om bij u in de buurt een zonnepark te ontwikkelen.

De overeenkomsten voor zonneparken worden aangegaan voor een periode van 25 jaar. Na deze 25 jaar wordt het zonnepark opgeruimd en krijgt het terrein haar oude bestemming/gebruik terug. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de ontwikkelaar, wij als TPSolar, zelf.

Zonneparken en natuur

TPSolar laat al vroeg in het proces door een ecoloog een zogeheten quickscan Flora en Fauna maken. Uit dit onderzoek blijkt of in en/of rondom de planlocatie sporen aangetroffen zijn die duiden op aanwezigheid van (beschermde) soorten, waarop de inrichting van het zonnepark aangepast wordt.

TPSolar hecht veel waarde aan de biodiversiteit en ontwerpt daarom al haar zonneparken op een manier die de biodiversiteit stimuleren, zoals een geschikte ecologische inpassing. Een zonnepark heeft in het algemeen een ruimte tussen de rijen panelen van ongeveer 3 meter en er wordt altijd een groene ruimte gecreëerd tussen het hekwerk en de zonnepanelen. Op deze manier ontwerpt en ontwikkelt TPSolar zonneparken die naast het opwekken van duurzame energie ook fungeren als groene infrastructuur. Wij hebben verschillende zonnepark-initiatieven waarin een habitat gecreëerd of verbeterd is voor inheemse bedreigde diersoorten zoals: de wilde bij, de patrijs, de das, de knoflookpad en de ringslang. TPSolar plaatst ook ree-vriendelijk hekwerk, zodat ze er niet met het gewei in vast kunnen blijven zitten. De ervaring leert dat een omheind zonnepark voor groot wild weinig belemmering vormt (ze kunnen er prima omheen) en dat de aanplant rondom voor groot wild juist meerwaarde heeft. Klein wild zal het park en het hekwerk kunnen passeren door tientallen faunapassages.

Daarnaast is TPSolar met twee zonneparken deelnemer van het 5-jarige EcoCertified onderzoek. In dit onderzoek wordt op ruim 20 verschillende zonneparken door heel Nederland de aanwezige fauna gemonitord om de biodiversiteit te verbeteren of in stand te houden. Voor meer informatie over dit onderzoek: https://zoninlandschap.nl/projecten/i358/ecocertified-solar-parks

Een onderzoek van de Wageningen University & Research uit 2019 toont aan dat zonneparken geen nadelige effecten voor de bodemkwaliteit hebben, mits de zonneparken op een bepaalde manier worden ingepast. De onderzoekers beargumenteren dat als er genoeg ruimte is tussen de panelen en de rijen zonnepanelen, en ook als er vegetatie wordt uitgezaaid onder de panelen, de bodem op een zonnepark niet wordt aangetast. Om deze reden werkt TPSolar bij haar projecten het liefst met een zuidgeoriënteerde panelen opstelling met ruime rijen en gepaste hoogte. Dit zorgt ervoor dat er altijd voldoende licht, lucht en vocht onder de panelen kan komen. Dit houdt niet alleen het gras in stand, maar is ook belangrijk voor het leven in de bodem dat weer van invloed is op de bodemkwaliteit.

Daarnaast is TPSolar met twee zonneparken deelnemer van het 5-jarige EcoCertified onderzoek. In dit onderzoek wordt op ruim 20 verschillende zonneparken door heel Nederland gemeten wat de beste manier is om de bodemkwaliteit te verbeteren of in stand te houden. Voor meer informatie over dit onderzoek: https://zoninlandschap.nl/projecten/i358/ecocertified-solar-parks

Het groen zal 25 jaar lang worden beheerd door de eigenaren van de installaties. Het is ook in ons belang dat het zonnepark goed beheerd wordt. Over het algemeen werkt TPSolar zonder maairobots, maar met behulp van schapen om aan te sluiten bij de ecologische doelstellingen. Daarnaast werken we altijd graag samen met lokale of regionale partijen als het gaat over (groen)beheer.

Daarnaast is TPSolar met twee zonneparken deelnemer van het 5-jarige EcoCertified onderzoek. In dit onderzoek wordt op ruim 20 verschillende zonneparken door heel Nederland gemeten wat de beste manier is om de zonneparken te beheren om de biodiversiteit en bodemkwaliteit te verbeteren of in stand te houden. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken naar (periodieke) drukbegrazing door schapen of maaien en afvoer. Voor meer informatie over dit onderzoek: https://zoninlandschap.nl/projecten/i358/ecocertified-solar-parks

Ja, periodieke schapenbegrazing vindt plaatst op bijna al onze zonneparken. Bij een bepaalde hoogte kunnen de schapen zich vrij onder de zonnepanelen bewegen. De schapen beschadigen de panelen niet en de panelen beschadigen de schapen ook niet.

Daarnaast vinden de schapen het fijn om bij warm weer onder de panelen in de schaduw te zitten en bij regen gebruiken zij de panelen als schuilplaats. De panelen en het hekwerk vinden de schapen ideaal om tegenaan te schuren.

Klik hier voor meer informatie over schapenbegrazing op onze zonneparken.

De techniek rondom zonneparken

Het licht moet zo veel mogelijk in de zonnecellen terecht komen om energie op te wekken. De zonnepanelen zijn gemaakt met glasplaten welke worden aangebracht met een anti-reflecterende coating. Op die manier wordt meer dan 96% van het licht ingevangen. Het restant aan zonlicht dat reflecteert, wordt zowel in de zomer als in de winter diffuus in de richting van de hemel weerkaatst. Omwonenden van zonneparken zullen geen last hebben van de schittering van de panelen. Een belangrijke referentie is een praktijktest bij het eerste zonnepark van TPSolar in Uden, naast de militaire vliegbasis Volkel. Het Ministerie van Defensie heeft via meerdere testvluchten – onder verschillende (weer)omstandigheden – geconstateerd dat er onder geen enkele hoek hinderlijke schittering optreedt.

De zonnepanelen produceren geen geluid. De enige delen van het zonnepark die geluid zouden kunnen maken zijn de trafo- of omvormerstations, die vooral bij vochtig weer heel zachtjes zoemen. Uit akoestische metingen blijkt dat het geproduceerde geluid op 1 meter afstand tussen 50 en 60dB bedraagt. Dit is ongeveer vergelijkbaar met het geluid van een koelkast die aanslaat. Dit geluid is op enkele meters afstand al niet meer hoorbaar. De trafostations worden zo centraal mogelijk op het zonnepark geplaatst. Aan de rand van het zonnepark zal het geluid geheel zijn opgegaan in het achtergrondgeluid, en niet meer meetbaar zijn. Het zonnepark zal een verwaarloosbare impact hebben op de geluidsbelasting.

Ja, de plaatsing van hekken rondom de zonnepanelen is een harde eis van de verzekeraars. De
verzekering hebben we nodig om het park te kunnen financieren, dus we zullen aan deze eisen
moeten voldoen.

Daarnaast is het zonnepark een elektrische installatie en moet dus worden afgeschermd van (onbedoelde) aanrakingen door mensen (bijvoorbeeld spelende kinderen). Het is dus, naast een verzekeringskwestie, ook zeker een veiligheidskwestie.

Dit hekwerk kan op verschillende manier ingevuld worden, bijvoorbeeld in een natuurlijke kleur groen of in de vorm van een natuurlijk hekwerk. Ook wordt er gekeken in hoeverre het hekwerk kan worden weggewerkt met de landschappelijke inpassing. Dit kan bijvoorbeeld door de plaatsing achter de landschappelijke inpassing, waardoor het hek uit het zicht valt.

Met een lage opstelling komt er (te) weinig licht, (regen)water en lucht bij de bodem en dit is nadelig voor de biodiversiteit en begroeiing, en verslechtert de kwaliteit van de bodem. Verder is het ook nadelig voor eventuele mogelijkheden omtrent dubbel grondgebruik en risicovol bij hoge waterstanden. Een lage opstelling is ook nadelig voor de ideale opwek. Er is een bepaalde hellingshoek nodig ten opzichte van de zon om per paneel een maximale opbrengst te hebben.

We produceren en gebruiken steeds meer duurzame energie in Nederland. De vraag naar ruimte op het stroomnet groeit daarmee ook explosief, waardoor het stroomnet op steeds meer plekken (tijdelijk) vol raakt. De landelijke en regionale overheden, netbeheerders, ACM en marktpartijen presenteerden in december 2022 het Landelijk Actieprogramma Netcongestie om op alle mogelijke manieren meer ruimte op het stroomnet te creëren. Door het elektriciteitsnet sneller te verzwaren, met nieuwe regelgeving slimmer gebruik van het stroomnet te stimuleren en aan te zetten tot meer flexibel energieverbruik. Op deze manieren is er ruimte voor zonneparken in de komende jaren en zullen deze slimmer en flexibeler gebruikt worden op het elektriciteitsnet.

Op onze Kennisbank lees je meer over het elektriciteitsnet, netcongestie en zonneparken.

Solar Magazine heeft in juli 2024 een stuk geschreven over het elektriciteitsnet. Lees het hier.

Brand in een zonnepark komt niet of nauwelijks voor. Bij eventuele calamiteiten, waar wij dus niet vanuit gaan, is de project BV verantwoordelijk.

TPSolar neemt zoveel mogelijk maatregelen om een brand te voorkomen. Componenten worden zoveel mogelijk op voldoende afstand geplaatst zodat de kans op overslaan van een eventuele brand kleiner is, bekabeling wordt vlamdovend uitgevoerd en de zonnepanelen bevatten zeer gering brandbaar materiaal. Daarnaast wordt de brandveiligheid besproken met de lokale brandweer (denk daarbij aan nooduitgangen, toegankelijkheid tot het park, bluswatervoorziening).

De aansluiting van een zonnepark concurreert niet met de aansluiting van zonnepanelen op daken. Zonnepanelen op daken zijn namelijk aangesloten op het laagspanningsniveau en een zonnepark is aangesloten op het middenspanningsniveau. Deze niveaus staan los van elkaar. Daarnaast hebben aanvragen voor het verzwaren van bestaande aansluitingen van particulieren voorrang op nieuwe aansluitingen (zoals voor een zonnepark). Indien particulieren of een bedrijf noodgedwongen afgeschakeld worden door de netbeheerder, dan worden ze daarvoor gecompenseerd (de salderingsregeling).

Het gebeurt nog wel eens dat het uitvallen van omvormers direct wordt gelinkt aan de toename van het aantal zonne- en windparken de afgelopen jaren. Dat is onjuist. Momenteel gebruiken van de 2,6 miljoen zonnepaneelbezitters in Nederland gemiddeld slechts 30 tot 40 procent van de opgewekte stroom zelf. De rest wordt teruggeleverd via het elektriciteitsnet dat daardoor op piekmomenten (als er veel energie wordt opgewekt, maar er weinig vraag is naar de stroom) overbelast raakt. Dit leidt vervolgens tot het uitvallen van omvormers.

Participatieproces bij zonneparken

In het participatiebeleid van gemeenten staat een participatieproces beschreven. Zo moet een ontwikkelaar een intensief en zorgvuldig proces doorlopen om de omwonenden zoveel mogelijk mee te nemen bij de ontwikkeling een zonnepark. Het participatieproces bestaat uit twee stappen: planparticipatie en financiële participatie.

Daarnaast is TPSolar altijd opzoek naar lokale of regionale partijen om een langdurige samenwerking aan te gaan voor onder andere het beheer van het zonnepark.

Planparticipatie is de eerste mogelijkheid van participatieproces van TPSolar. Bij planparticipatie kunnen omwonenden/bewoners meedenken over de plannen, het ontwerp, de inrichting, het beheer en onderhoud van een zonnepark. Omwonenden worden geïnformeerd via informatieverstrekking op de website, sociale media en in nieuwsbrieven. Daarnaast worden omwonenden betrokken door actieve voorlichting, zoals bij bewonersbijeenkomsten, keukentafelgesprekken en speciaal ingerichte werkgroepen.

Financiële participatie is het mee-investeren in en/of het voordeel ervaren van de opbrengsten van het park. Er zijn diverse vormen van financiële participatie, namelijk het mee-investeren via een investeringsplatform of 50% lokaal eigendom, de lokale stroom afname van het zonnepark, een zon-op-dak aanbod, lokale werkgelegenheid, of het jaarlijks storten van een bedrag in een omgevingsfonds/duurzaamheidsfonds voor de omgeving.

Het Klimaatakkoord omschrijft het verkrijgen van 50% lokaal eigendom als een belangrijke variant van financiële participatie. Zo kan de lokale omgeving (evt. door een energiecoöperatie) een deel van de opbrengsten, maar ook het risico, van het zonnepark krijgen, door middel van aandelen.

Hoe financiële participatie vormgegeven wordt bij het zonnepark bij jou in de buurt is afhankelijk van de omgeving. De omwonenden hebben daarin een keuze, neem gerust contact met ons op (info@tpsolar.nl) als je een idee hebt voor de invulling van financiële participatie bij het zonnepark-initiatief bij jou in de buurt.

Lokale betrokkenheid bij zonnepanelen

Bij al onze projecten zoeken we naar langdurige samenwerkingen met lokale of regionale partijen voor het praktische en technische beheer van onze zonneparken. Hierbij kan je denken aan de schapenhouderij, het groenbeheer, het hekwerk, etc. Neem gerust contact met ons op als je denkt dat je ons kan helpen bij een project bij jou in de buurt, via: info@tpsolar.nl.

Meer weten over hoe TPSolar samenwerkt met lokale partijen? Kijk dan deze video:

In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt over de participatie in hernieuwbare energieprojecten. Een van de opgenomen afspraken is dat bij er wind- en zon-op-land projecten gestreefd wordt naar 50% lokaal eigendom. Over de vormgeving, afspraken en verplichtingen over de participatieprocessen uit het Klimaatakkoord hebben verschillende partijen begin mei samen een toelichtende nota opgesteld. De betrokken brancheorganisatie zijn Energie Samen, de Natuur- en Milieufederaties, de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, Holland Solar en NWEA. In de toelichtende nota staan verschillende antwoorden op de meest gehoorde vragen en misverstanden over de participatie-afspraken uit het Klimaatakkoord.

De link naar de toelichtende notie: https://hollandsolar.nl/u/files/20200430-qena-participatie-def.pdf

Een omgevings-, gebieds- of duurzaamheidsfonds is een fonds voor de omwonenden binnen het invloedsgebied, waardoor het geld terugvloeit naar deze inwoners. Het is hierbij de bedoeling dat jaarlijks een deel van de winst door de aandeelhouder(s) van het zonnepark aan het fonds wordt toegekend. Het fonds is voor de lokale omgeving en kan gebruikt worden voor projecten die gericht zijn op de leefbaarheid van de directe omgeving van een zonnepark, voor gebiedsversterkende maatregelen of voor de verduurzaming van de bebouwde omgeving.